Marleen | Als je tegen problemen aan loopt met je kind, zowel thuis als op school, dan valt al snel het woord “testen/onderzoeken”. Of het schiet door je eigen gedachten. Maar wanneer maak je de daadwerkelijke stap?
Wat vaak als eerst wordt gedaan, vooral in het geval van het vermoeden van een ontwikkelingsvoorsprong, dat er op school getoetst wordt hoe je kind ervoor staat. Zo was het bij onze Luuk dat hij halverwege groep 1 clownesk gedraag liet zien, niet stil kon zitten en met tegenzin naar school ging. De groep 2 toets (cito) is toen afgenomen en het bleek dat hij op het niveau van eind groep 2 zat. Verder is hij toen niet onderzocht, maar met goede hoop dachten we dat Luuk zich verveelde en dat hij meer uitdaging zou krijgen als hij groep 2 over zou slaan, dus is hij versneld naar groep 3.
In groep 3 kreeg hij een fijne juf, die de hele week voor de klas stond, en die hem echt zag. Ze had aandacht voor zijn ‘kleuter’ kanten, maar zag ook dat hij op denkniveau echt al voorbij zijn leeftijd was. Maar, in groep 3 moet je veel meer stilzitten, veel werkjes maken zoals schrijven en laat dit nu niet Luuk z’n sterke kant zijn. De eerste maanden gingen goed. Maar tegen de kerstvakantie was er weer geen land mee te bezeilen…juf gaf aan dat Luuk niet meer te sturen was.
We hadden eerder overwogen om Luuk een intelligentietest te laten afnemen, maar nu bij 5,5 jaar gingen we de stap toch zetten We wilden antwoorden, maar vooral handvatten wat onze Luuk nodig had. We zochten een fijn bureau uit die gespecialiseerd is in hoogbegaafdheid (en helaas richting Limburg is verhuisd, anders had ik het als tip gegeven!). De WPPSI werd afgenomen en een week later ontvingen we de IQ-scores, Luuk bleek hoogbegaafd.
Een wereld ging open. We hadden ons nog niet eerder in hoogbegaafdheid verdiept, ik had alleen het lijstje van kenmerken weleens doorgenomen en herkende Luuk er wel in. Terwijl mijn partner ontzettend veel filmpjes bekeek, las ik het ene boek na het andere. Op dat moment zat Luuk net in een schoolwissel en hadden we al besloten om voor een kleinere school te gaan om te zien of dit voor hem beter zou zijn. Achteraf hadden zij weinig kennis van hoogbegaafdheid, dus binnen 4 weken hadden we ons zoontje van 5,5 jaar weer thuis.
In het geval van Luuk was het duidelijk dat er iets was. Hij vertoonde clownesk gedrag, was fysiek naar anderen toe, luisterde slecht en was in sommige gevallen echt niet stuurbaar. En er was altijd strijd om naar school te gaan. Andere redenen om je kind te laten onderzoeken, is als het een heel ander beeld op school laat zien dan thuis. Thuis heb je de boze buien en op school een voorbeeldig kind (vaak in het geval van meisjes). Of thuis leest je kind al, maar op school hakt ze leuk de woordjes mee in groep 3. Je kind is zich aan het aanpassen, is niet zichzelf en vaak aan het onderpresteren.
Als school dan ook niet ziet dat je kind meer kan, wil je als ouders graag bewijs dat er in je kind echt meer zit dan eruit komt. En dus ook andere behoeften heeft waar nu aan voorbij wordt gegaan.
Tijd om te laten testen! Een groot voordeel van je kind laten onderzoeken is dat, indien je kind hoogbegaafd is, je een bewijs in handen hebt om aan school te geven dat er iets moet gebeuren. Het blijkt in de praktijk dat veel scholen ouders op zo’n moment serieus gaan nemen, helaas maar waar, en dan ook de stap zetten om meer naar het kind te kijken en te kijken wat het nodig heeft op school.
Daarnaast zijn er tevens onderzoeken binnen GGZ-instellingen mogelijk, waar kinderen getest kunnen worden op ontwikkelingsstoornissen, zoals bijvoorbeeld ADHD en ASS (= Autisme Spectrum Stoornis). Er zijn vaak overlappende kenmerken tussen deze stoornissen en hoogbegaafdheid. Om die reden is het van belang dat er kennis bij de onderzoeker is van hoogbegaafdheid en de verschillende stoornissen in het DSM-handboek (DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders). Onze ervaring als ouders is dat dit vaak mist bij reguliere onderzoeksinstellingen. Hoogbegaafdheid is geen stoornis en daarom niet aanwezig in het DSM-handboek. Hier wordt dan ook geen rekening mee gehouden. Luuk is tweemaal getest, waarbij er bij één instelling kenmerken van-, en bij de ander de stoornis ADHD werd geconstateerd. Maar bij de laatste instelling werd dit gebaseerd op basis van één concentratietest en zonder de leerkracht of ouders hierover te hebben gesproken.
In mijn ogen is het in het geval van een IQ-onderzoek belangrijk om een praktijk in de arm te nemen die kennis heeft van de problematiek die bij een hoogbegaafd kind kan spelen. Zoals onderpresteren, faalangst en perfectionisme. Op die manier heb je ook volledig vertrouwen in de uitslag. Praktijken redelijk in de omgeving die veel kennis hebben van HB zijn ’t Kleine Bolwerk van Hanneke van Dasler (Harderwijk, ook de mogelijkheid van thuis testen), Onderzoekscentrum hoogbegaafdheid (Leeuwarden) en Wietske Vriezen van Karuna praktijk (Velp).
Daarbij is het van belang dat je goed naar je gevoel luistert. Als het niet klikt met een praktijk of tester, geef het aan. Als het bij jou niet klikt, grote kans dat het tussen je kind en de tester ook niet klikt. Wat de testuitslag natuurlijk niet ten goede komt. Altijd je onderbuikgevoel serieus nemen!
Voor meer ervaringen kun je lid worden van onze FB groep “Hoogebegaafd kind en dan?” en er bestaat ook een WhatsApp groep van ouders met een (vermoedelijk) hoogbegaafd kind. Wil je hieraan toegevoegd worden, stuur dan een e-mail naar oudergroephb@carrefour.nu, met daarbij je naam en telefoonnummer en je wordt toegevoegd. Deze groep bestaat nu uit ongeveer 10 ouders.
Voel je welkom!