Marleen | Daar gaat mijn telefoon. Ik heb me net geïnstalleerd met een bak koffie achter m’n computer op m’n werk. De school belt weer van mijn oudste zoon, Luuk. De moed zakt in mijn schoenen. Ik neem op, het is weer de directeur. Ik hoor mijn zoon op de achtergrond schreeuwen. De directeur vraagt mij of ik direct naar school kan komen. En dat doen we dan maar weer…
Als ik aankom, is hij rustig geworden maar nog steeds boos. Ik loop naar Luuk toe en zeg “Mag mama een dikke knuffel?” Die krijg ik van hem en de tranen branden in mijn ogen en in die van Luuk.
Hoe het begon…
Toen Luuk vier jaar werd en naar school ging, was ik er als moeder echt aan toe. Thuis was er geen land mee te bezeilen en moesten we continue op pad om dingen te doen, te ervaren, te ontdekken. Hoe fijn leek het mij als Luuk alle dagen naar school ging. Na een half jaar kwam ik daarop terug. De problemen begonnen….
We (mijn man en ik) werden regelmatig gebeld door school of we konden komen, vaak om hem mee te nemen. Hij liet fysiek gedrag naar anderen toe zien en was niet stuurbaar. Het maakte Luuk niet uit wie voor hem stond, hij had geen ontzag voor leerkracht of directeur.
We werden boos op Luuk, we probeerden te weten te komen wat er aan de hand was, we werkten met beloningsystemen (in het weekend naar de bios als je de hele week naar school gaat en het goed gaat), we probeerden van alles…belonen, dreigen, straffen. Het werkte soms, maar van korte duur.
Gevolgen thuis…
Intussen merk je dat je zelf minder geconcentreerd op het werk zit, je maakt je continue zorgen. Iedere keer als je telefoon gaat, schrik je. Ook als Rik, m’n man, belde tijdens schooltijd. We belden elkaar alleen nog als er iets mis was om de ander geen schrik te bezorgen. Ik zat tegen overspannen aan, ik merkte dat alles op het werk mij stress bezorgde en dat thuis mij zoveel energie kostte dat ik op het werk geen energie meer over had. Ik wilde alle ballen in de lucht houden, maar dat ging op een gegeven moment gewoon niet meer. Ik heb mijn baan opgezegd om er volledig voor mijn gezin te zijn. In die periode gaf school ook aan handelingsverlegen te zijn. Luuk kwam thuis te zitten.
Ook als gezin zit je met je handen in het haar. We hadden onenigheid over hoe we het moesten aan pakken met Luuk. Rik, m’n man, is veel strenger dan ik en had op dat moment meer zoiets van “Hij moet gewoon gaan luisteren”. Ik probeerde meer te zoeken naar waar het vandaan kwam en wat hem zou kunnen helpen. Achteraf had hij altijd spijt van wat hij had gedaan. Thuis was er ook veel strijd met Luuk, waardoor de gezellige momenten in huis erg ver te zoeken waren… We liepen thuis op eieren…
Weer rust in huis…
Voordat mijn kind naar school ging, had ik het bovenstaande nooit verwacht. De onzekerheid, de onenigheid, het machteloze gevoel, het zoeken naar antwoorden en oplossingen. Nooit had ik verwacht dat dit met mij en mijn gezin zou kunnen gebeuren. Als het niet goed gaat met je kind, zorgt dit voor veel onrust in jezelf en in je gezin. Intussen zijn we bijna drie jaar verder sinds de eerste problemen in groep 1 begonnen. We zijn weer op de goede weg. Een nieuwe school met daarbij veel kennis van hoogbegaafdheid en problemen die daarbij komen kijken (zoals perfectionisme, faalangst, de leerkuil etc.) hebben ervoor gezorgd dat Luuk weer met plezier naar school gaat en weer tot leren komt. Wat brengt dit een rust in huis, heerlijk.