Yvonne | De vakantie staat voor de deur. Scholen beginnen aan de laatste weken. Een spannende tijd voor sommige leerlingen waaronder mijn jongste zoon. Gaat hij met de hakken over de sloot over of heeft hij het alsnog in de laatste toetsweek verknald? Mijn verstand zegt dat het beter is om te blijven zitten. Maar toen hij van de week dikke tranen huilde omdat het zittenblijven (na een korte opleving in zijn cijfers) wel heel dichtbij komt, deed het toch zeer in mijn moederhart en hoop ik stiekem op een wonder.
Maar niet alleen school is voor sommige kinderen spannend. De competities in de sport zijn afgewerkt en er worden nieuwe teams voor komend jaar samengesteld. Ook hier hoeven sommige kinderen zich niet druk over te maken. Maar voor anderen kan het heel spannend zijn of zij worden opgenomen in het gewenste team of dat zij toch een niveau lager moeten spelen.
Wie mag er blijven en wie valt er af in de komende week? Spannend!
Zo ook in het team van mijn andere zoon. Met een grote groep wordt getraind en worden trainingswedstrijden gespeeld. Wie mag er blijven en wie valt er af in de komende week? Spannend! Het is mooi dat de ouders betrokken zijn bij hun kind. Vaak staan er ouders langs de kant te kijken bij de trainingen en de wedstrijden. Gelukkig komt het steeds minder voor dat ouders zich langs de kant misdragen. Geen geschreeuw tegen hun kind of de scheidsrechter. Mocht het een enkele keer toch gebeuren dan corrigeren ouders elkaar of de scheidsrechter zegt er iets van.
En toch is er iets dat mij veel zorgen baart. En dat is hoe sommige ouders langs de kant praten over de spelers met een buitenlandse achtergrond. Er wordt gepraat over alle spelers, positief maar ook kritisch. Gaat het om een jongen met een buitenlandse achtergrond dan wordt deze opeens niet meer bij de naam genoemd, zoals dat wel bij de andere jongens gebeurt. Maar dan is het opeens “die Marrokkaan” of “die zwarte”. Of er wordt meteen in algemeenheden gesproken: “die Marrokkanen” of “die zwarten”. En iets positiefs wordt er dan niet gezegd. Ik vind dit echt schokkend. De jongens spelen prettig met elkaar. Ze spreken elkaar aan op hun acties en gedrag in het veld. Het gaat om de actie of het gedrag, niet om waar de ouders of grootouders geboren zijn.
Wat maakt het dan dat de ouders onderling zo praten over deze jongens? Ze kennen de jongens niet zoals hun eigen zonen. Onbekend maakt onbemind? Of zijn ze bang voor de positie van hun zoon in het team? En dan is het makkelijk om af te geven op de jongens die je niet kent? Ik weet het niet maar ik weet wel dat het me zorgen baart. Wat voor voorbeeld is dit voor onze kinderen?
Ouders hebben vaak geen idee, sluiten hun ogen hiervoor of praten het goed.
Mijn kind doet dat niet…
Wat mij al meerdere keren is opgevallen is dat er vaak gesproken wordt over het slechte gedrag van “de Marrokkanen” of “de zwarten” maar dat er gezwegen wordt over het slechte gedrag van de eigen kinderen. Of het slechte gedrag wordt goed gepraat door te zeggen dat we allemaal jong geweest zijn. Maar feit is wel dat de jeugdpolitie in de Noordoostpolder heeft aangegeven dat ze geen vat krijgen op de handel in wiet onder jongeren.
In ons gezin wordt er veel gesproken over het gebruik van drank en drugs. Wij proberen onze kinderen te wijzen op de gevaren en ze bewuste keuzes te laten maken. Als ter sprake komt wie er in de omgeving van onze kinderen drugs gebruiken of te ver gaan in drankgebruik dan zijn het meestal de kinderen uit “keurige, welgestelde” autochtone gezinnen. Ouders hebben vaak geen idee, sluiten hun ogen hiervoor of praten het goed. Ook ik denk vaak: “Mijn kind doet dat niet”. Maar tegelijkertijd probeer ik objectief en kritisch te kijken want ieder kind zoekt naar grenzen en heeft soms bijsturing nodig. En dan nog merk ik achteraf dat ik dingen niet heb gezien. Zo heb ik te lang weggekeken van de luiheid van mijn jongste zoon en heb gedacht dat het allemaal wel goed zou komen op school. Komende week zullen we de laatste uitslagen van de toetsweek horen. Maar de eerste cijfers die binnenkwamen duiden er niet op dat het goed zal komen.
Laten wij als ouders proberen om kritisch naar het gedrag van onze eigen kinderen te kijken en niet te oordelen over kinderen die we niet of maar half kennen. Ik ben daar ook vaak geneigd toe. Het bekritiseren van een ander kind lijkt als een bezwering dat jouw kind niet hetzelfde zal doen. Maar laten we vooral kritisch naar ons eigen gedrag kijken. Want nog steeds geldt: goed voorbeeld doet goed volgen!
Yvonne